Gezond zijn en gezond blijven is een combinatie van persoonlijke kenmerken, leefstijl, sociale context en leefomgeving. Een effectieve aanpak grijpt in op al deze aspecten. Zo deelt u geen speldenprikjes uit, maar zorgt u voor een complete, samenhangende aanpak. 

Zet in op 4 pijlers

 

Voorlichting en educatie

Als u heeft gezorgd voor een passend sport- en beweegaanbod, dan is het daarna natuurlijk belangrijk dat mensen weten dat dit aanbod bestaat. Vertel hen hierover en stimuleer ze om er gebruik van te maken. Dit doet u via voorlichting en educatie.

Goede voorlichting en educatie sluit aan bij de behoeften van uw doelgroep. Het is daarom verstandig om dit samen met uw doelgroep te ontwikkelen. Als gemeente kunt u dit zelf doen, maar u kunt ook andere partijen die dichter bij de doelgroep staan aansturen of bij elkaar brengen. Denk hierbij aan buurtsportcoaches, sportverenigingen, commerciële sportaanbieders, scholen, kinderopvang, ouders van kinderen, wijkcentra en (woon)zorginstellingen.

Passend sport en beweeg-aanbod promoten

U heeft een passend sport- en beweegaanbod georganiseerd, zoveel mogelijk met erkende sport- en beweeginterventies. Ook voor specifieke doelgroepen zoals ouderen of mensen met een beperking. Nu is het zaak dit aanbod onder de aandacht te brengen bij de juiste doelgroepen. Dit kan op meerdere manieren:

  • Met een collectieve aanpak: via een wijkkrant, folder of websites
  • Door organisaties te betrekken: cursusaanbod, ouderenorganisatie of welzijnsorganisaties
  • Op individueel niveau: via professionals, zoals de huisarts en fysiotherapeut of via social media. 
  • Via een promotieactie in samenwerking met sleutelfiguren in de wijk. Dit kunnen professionals zijn, maar ook bewoners die een netwerk hebben in de wijk.

 

Lesprogramma’s en trainingen

Stimuleer scholen en kinderopvang om sport en bewegen op te nemen in hun lesprogramma en in trainingen op school en kinderopvang. U kunt hiervoor samenwerken met verschillende organisaties uit de wijk, zoals (ondernemende) sportaanbieders en welzijnsorganisaties. Buurtsportcoaches kunnen u helpen de verbinding te leggen tussen de verschillende organisaties.

Het doel van de erkende interventie GoldenSports is dat 65+ senioren (m/v) samen buiten in de buurt bewegen. Het samen buiten actief zijn helpt de senioren om langer gezond thuis te wonen. En doordat ze leeftijdgenoten in de buurt ontmoeten, voelen ze zich minder eenzaam. In dit filmpje ziet hoe hoe deze interventie werkt.

 

Signalering, advies en ondersteuning

Buurtsportcoaches, jeugdgezondheidszorg, leerkrachten of huisartsen zullen eerder in de gaten hebben dat inwoners te weinig bewegen. U kunt deze professionals helpen. Bijvoorbeeld door onderlinge afstemming en samenwerking te bevorderen.

  • Zet erkende interventies in die gericht zijn op sport, bewegen en zorg. Maak zoveel mogelijk gebruik van erkende interventies die zich al in de praktijk bewezen hebben.

  • Faciliteer verbindingen tussen sport en zorg door inzet van een buurtsportcoach of beweegmakelaar. Denk aan zorgpartijen als woonzorginstellingen, thuiszorg, revalidatiecentra, fysiotherapeuten, huisartsen. U kunt het gebruik van de gecombineerde leefstijlinterventie stimuleren. Bekijk de tipkaart: Zo werk je vanuit de gemeente samen op het gebied van zorg, sport en bewegen (Allesoversport.nl).

  • Zet wijkteams in. Neem inactiviteit als thema op in de gesprekken van medewerkers van sociale wijkteams. Zij staan in contact met mensen in de wijk en kunnen inactiviteit signaleren en burgers adviseren en stimuleren tot meer bewegen.

  • Betrek de jeugdgezondheidszorg. Zij kunnen kinderen die onvoldoende bewegen of motorisch niet goed bewegen, doorverwijzen naar huisarts, kinderarts, fysiotherapie of beweegadvies op maat door een leerkracht lichamelijke opvoeding. Ook kunnen zij aanraden om lid te worden van een sportclub.

Buurtsportcoach Tanja werkt al jaren intensief samen met het sociaal team in Renkum.

  • Huisbezoeken: samen met haar collega’s doet ze huisbezoeken en begeleidt ze kwetsbare ouderen die een drempel ervaren om te gaan bewegen.
  • Verbindingen leggen: Tanja legt verbindingen tussen vraag en aanbod en zorgt als dat nodig is voor extra begeleiding. Veel mensen hebben namelijk net wat meer nodig dan alleen een verwijzing om te gaan bewegen.
  • Borging en overdracht: Tanja zorgt ook voor borging en een goede overdracht. Zo kunnen ook de meest kwetsbare mensen uiteindelijk zelfstandig gaan bewegen onder begeleiding van een professional. Of met wat extra hulp van een vrijwilliger of meer ervaren deelnemer uit de groep.
  • Communicatie:  er is goede communicatie met het wijkteam en met de gemeente. Zo worden successen gedeeld. De buurtcoaches hebben inmiddels een signaleringsrol voor het sociaal team. Als gevolg krijgen zij buurtsportcoaches regelmatig vragen en verwijzingen van het sociaal team. 

Bekijk meer voorbeelden over de samenwerking tussen zorg en sport (Allesoversport.nl).

In de praktijk: sportief kapitaal

Decoratieve foto van jongeren die basketballen op een plek die daarvoor bedoeld is

Véél aanbod en toch te weinig inwoners die sporten en bewegen? Gemeente Groningen signaleerde dit en paste vervolgens haar beleid aan. Zo kon de gemeente een leven lang bewegen stimuleren door te werken aan ‘sportief kapitaal’: psychologische, fysiologische en sociale factoren die meespelen bij iemands motivatie om te sporten.

 

Fysieke en sociale omgeving

Regelmatig bewegen verlaagt het risico op allerlei (chronische) aandoeningen. Toch beweegt meer dan de helft van de Nederlanders nog te weinig. Een beweegvriendelijke omgeving is een leefomgeving die mensen faciliteert en uitdaagt om te sporten en te bewegen. Ook een omgeving waarin mensen zich veilig voelen en andere mensen kennen kan sportief gedrag stimuleren. Bijvoorbeeld wijkparken, sportveldjes, skatebanen of gemarkeerde looproutes.

In het BVO kennisdossier (Kenniscentrum Sport en Bewegen) vindt u wetenschappelijke kennis, handige instrumenten, voorbeelden en achtergrondinformatie over de beweegvriendelijke omgeving (BVO). Zorgen voor een beweegvriendelijke omgeving is beleid maken op dit thema. Deze instrumenten kunt u hiervoor gebruiken: 

  • Het BVO-model laat zien dat een beweegvriendelijke omgeving bestaat uit een combinatie van hardware, software en orgware.
  • Het Stappenplan beweegvriendelijke omgeving helpt u om beleid op te stellen voor het beweegvriendelijke maken van jouw gemeente (Kenniscentrum Sport & Bewegen, 2022).
  • De argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving kunnen u helpen collega’s uit andere domeinen te overtuigen voor meer aandacht voor een beweegvriendelijke omgeving
  • Binnen de Omgevingswet vindt u kansen en mogelijkheden om uw gemeente beweegvriendelijker te maken. In het E-book Bouwstenen van de beweegvriendelijke omgeving leest u hoe u de Omgevingswetinstrumenten kunt gebruiken voor een beweegvriendelijke leefomgeving.
  • Binnen de deelakkoorden van het Nationaal Sportakkoord vindt u specifieke aandacht voor de fysieke en sociale omgeving.
  • De Kernindicator Beweegvriendelijke omgeving laat zien hoe de fysieke omgeving in de openbare ruimte (objectief) scoort op de mogelijkheid voor mensen om te sporten en te bewegen.
  • De BVO Scan is een digitaal instrument waarmee je inzicht krijgt in hoeverre mensen (subjectief) de wijk, schoolplein, werkomgeving, etc. beweegvriendelijk vinden.

In de praktijk: een bewegende stad ontwerpen 

Decoratieve foto van mensen die openbare sporttoestellen gebruiken op een speciaal plein

Als Bewegende Stad wil Amsterdam alle inwoners uitnodigen tot bewegen. Daarvoor is de inrichting van de stad net zo belangrijk als bijvoorbeeld educatie. Kunnen Amsterdammers om de hoek sporten? Hoe maak je van de stad een speeltuin? Zulke vragen moeten leiden tot verbinding tussen het sociale en fysieke domein en een stad waarin bewegen vanzelfsprekend is.

In de praktijk: beweegvriendelijke omgeving in plattelandsgemeente 

Decoratieve foto van een man die fietst met een hond aan de lijn.

Hoe creëer je een beweegvriendelijke omgeving in een plattelandsgemeente? Maak van een park een beweegtuin met wekelijkse activiteiten, zoals in Delfzijl. Of maak beweegroutes, plaats wegwijzers naar wandel- en mountainbikeroutes en maak bestaande plekken veilig voor spelen en sporten. Zo kon Tynaarlo met beperkte middelen de omgeving beweegvriendelijker maken.

  • De website Beweegvriendelijke Buurt is een online leeromgeving die helpt je bij het realiseren van een beweegvriendelijke plek (o.a. stappenplan).
  • Mulier instituut heeft 7 Werkzame mechanismen beschreven voor een beweegvriendelijke omgeving
  • In het E-Book Bouwstenen voor een beweegvriendelijke omgeving leest u hoe u de leefomgeving zo inricht dat inwoners verleid worden om meer te lopen, fietsen, spelen en sporten. Er worden 34 bouwstenen beschreven met ontwerpprincipes. Ook is er een interactieve kaart beschikbaar.
  • In de Inspiratiegids Inclusieve beweegvriendelijke omgeving wordt ingezoomd op inclusief ontwerpen zodat ouderen, mensen met dementie, meiden en vrouwen, mensen met een motorische beperking, mensen met een auditieve beperking en mensen met een visuele beperking en omgeving ook beweegvriendelijk ervaren. Hier vind je waar zij (letterlijk en figuurlijk) tegenaan lopen en waar je dus rekening mee moet houden in ontwerp en activatie.
  • Bij Gezond Ontwerpen (Gezondeleefomgeving.nl) vindt u aanbevelingen, voorbeelden en instrumenten voor de inrichting van een omgeving die rekening houdt met gezonde mobiliteit en sport en spel in uw gemeente.
  • In de Atlas Beweegvriendelijke omgeving staan vele voorbeelden van een beweegvriendelijke omgeving.

 

Regelgeving en handhaving

Met regelgeving kunt u belemmeringen wegnemen. Voorbeelden zijn de strenge eisen voor accommodaties voor buitenschoolse opvang. Of de beperkingen om subsidie te geven aan commerciële partijen.

Zijn er speelplekken in uw gemeente? Dan bent u daar vaak de beheerder van. Het is dan uw taak om toezicht te houden en u moet ervoor zorgen dat de toestellen veilig te gebruiken zijn.

Meer informatie aanpak specifieke doelgroepen
 

  • De whitepaper ‘Jeugd die arm opgroeit’ (Kenniscentrum Sport en Bewegen, 2021)  beschrijft hoe je deze kinderen en jongeren toch mee kunt laten doen aan én door sport- en beweegactiviteiten.
  • De checklist jeugd-armoede-sport-bewegen laat aanbieders van lokale projecten zien welke elementen belangrijk zijn om sport en beweegaanbod aan te laten sluiten bij kinderen en jongeren die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen.