Sporten en bewegen is op veel vlakken effectief. Sporten en bewegen draagt bij aan de volgende 6 kernwaarden: fysieke gezondheid, emotioneel welzijn, sociale ontwikkeling, ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden, betere prestaties op school, betere financiële gezondheid.
Fysieke gezondheid
De invloed van sport en bewegen op de fysieke gezondheid is goed onderbouwd. Sport en bewegen vermindert het risico op:
- hart- en vaatziekten
- diabetes type 2
- beroerte
- depressies
- borst- en darmkanker
Dit leidt tot een grotere arbeidsproductiviteit en hogere (gezonde) levensverwachting.
Emotioneel welzijn
Lichaamsbeweging heeft een positieve invloed. Vooral bij kinderen en jongeren. Ze heeft invloed op:
- emotionele- en stemmingsstoornissen
- zelfvertrouwen
- gevoel van eigenwaarde
Ook lijkt het erop dat lichaamsbeweging zelfs het ontstaan van angst en stress kan tegengaan. Een prettige sfeer bij het sporten speelt hierbij een belangrijke rol. Zoals een fijne leraar, een goede trainer en goed contact met medesporters.
Sociale ontwikkeling
Sport en bewegen gebeurt vaak met meerdere mensen tegelijk. Bijvoorbeeld in teamsport of door samen te trainen. Uit de wetenschappelijke literatuur komt geen eenduidig beeld naar voren of sportdeelname invloed heeft op sociale ontwikkeling. Het is wel duidelijk dat de juiste randvoorwaarden belangrijk zijn voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het uitbreiden van het sociale netwerk.
Daarom is het belangrijk om sport en bewegen in een positief sociaal klimaat te organiseren. En het op een gestructureerde, respectvolle en veilige aan te bieden.
Ontwikkeling persoonlijke vaardigheden
Sport en bewegen kan effect hebben op bijvoorbeeld:
- assertiviteit
- zelfbeheersing
- enthousiasme
- sociale vaardigheden
Ook lijken specifieke sport- en beweegprogramma’s effect te hebben op samenwerking, communicatievaardigheden, het nemen van besluiten, probleemoplossend vermogen, verantwoordelijkheid, inlevingsvermogen en veerkracht.
Schoolprestaties
Sportende kinderen doen het beter op school dan kinderen die niet sporten. Dit blijkt uit onderzoek naar de relatie tussen bewegen en hersenontwikkeling en -functie. Oorzaak en gevolg zijn nog onduidelijk. Wel is duidelijk dat er een positieve relatie is tussen bewegen, hersenstructuur en executieve functies (voor zowel jongeren als volwassenen). Het is alleen niet eenduidig of en onder welke condities dit tot betere leerprestaties leidt.
Ook bij ouderen heeft sport en bewegen vaak een positief effect op cognitieve vaardigheden.
Financiële waarde
Bewegen zorgt ervoor dat mensen gezonder, verantwoordelijker, competitiever en productiever zijn. Dit zorgt ervoor dat sport en bewegen ook een financiële waarde heeft. Regelmatig bewegen is geassocieerd met 6-10% hogere salarisinkomsten. Sport en bewegen draagt ook bij aan:
- hogere arbeidsproductiviteit
- meer sociaal kapitaal, zoals sociale steun geven en actief meedoen in de samenleving
De schatting is dat de maatschappelijke opbrengsten van sport en bewegen in Nederland 2,51x zo hoog als de kosten.