U hebt een vraag over het erkenningstraject. Staat het antwoord op uw vraag niet op deze pagina? Mail uw vraag dan naar erkenning@rivm.nl.
Vragen over interventies indienen
Met een gezondheidsbevorderende leefstijlinterventie bedoelen we: 'elke planmatige en doelgerichte aanpak om het gedrag van mensen te veranderen en hun omstandigheden te beïnvloeden, met als doel gezondheid te bevorderen of ziekte te voorkomen'.
Iedere organisatie die eigenaar is van een gezondheidsbevorderende leefstijlinterventie kan deze indienen voor beoordeling. Dit kan zowel een landelijke, regionale als lokale organisatie zijn.
Een erkenning is een beloning voor een interventie die gedegen opgezet of onderzocht is. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) (de afdeling Gezond Leven) communiceert de erkenningen naar haar partners, zoals GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst )’en, GGZ (Geestelijke gezondheidszorg)- en thuiszorgorganisaties. Ook publiceren we een recent erkende interventie op Loketgezondleven.nl.
U kunt deze erkenning natuurlijk ook gebruiken in uw eigen promotie. Zowel voor het breder verspreiden van uw interventie als het aanvragen van subsidie voor verder onderzoek, kan de erkenning van belang zijn. Steeds vaker letten organisaties als ZonMw (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie ) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg op erkende interventies. Daarnaast hebben erkenningen bij gemeentelijke onderhandelingen geleid tot extra financiering. Tot slot krijgt u door de beoordeling goed inzicht in de sterke en zwakke kanten van uw interventie.
Voor het indienen van een interventie bij het erkenningstraject dient uw interventie te voldoen aan de volgende inclusiecriteria:
- De interventie is gericht op gedragsverandering bij mensen en beïnvloeding van hun omstandigheden. Het doel is gezondheid bevorderen en/of ziekte voorkomen.
- Er is een Nederlandse handleiding of beschrijving en een procesevaluatie beschikbaar.
- De interventie wordt ook echt uitgevoerd in Nederland en bestaat niet alleen op schrift.
- Er is een eigenaar (persoon of organisatie) die informatie kan geven, de interventie up tot date houdt en zorgt voor verspreiding van interventiemateriaal.
- De interventiematerialen, zoals website, handleiding, folders en deelnemersmateriaal, zijn nog minimaal twee jaar beschikbaar voor organisaties die deze interventie ook willen uitvoeren.
U kunt uw interventie invoeren in de Interventiedatabase Gezond en Actief Leven en daar tegelijkertijd invullen dat u een erkenning wilt aanvragen voor uw interventie. Wij nemen dan contact met u op en laten u, na een check, weten of en zo ja, in welke vergadering uw interventie beoordeeld kan worden. Ook krijgt u een werkblad om uw interventie in te beschrijven. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) (de afdeling Gezond Leven) regelt dat u ruim voor de deadline advies krijgt op uw conceptbeschrijving. Zo nodig kunt u de beschrijving verbeteren. Zit een commissievergadering al vol of bent u nog niet zover, dan schuift uw interventie door naar de volgende vergadering. De commissies beoordelen 4-5 keer per jaar nieuwe interventiebeschrijvingen.
Bij het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) (afdeling Gezond Leven) kunt u interventies indienen voor universele preventie (gezondheidsbevordering gericht op de algehele bevolking) en selectieve preventie (gezondheidsbevordering gericht op groepen met een verhoogd risico op ziekte). Ook interventies die zich richten op geïndiceerde preventie voor gezonde individuen met een verhoogd risico op ziekte, mag u bij ons indienen.
Buiten de reikwijdte van het RIVM valt screening/vroegsignalering, diagnostiek, behandeling en geïndiceerde zorg voor mensen met gediagnosticeerde ziekte (volgens de ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision (ICD-10) ) en/of DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV) )).
Binnen het erkenningstraject richten we ons vooral op interventies die als doel hebben het beïnvloeden van gedrag- en omgevingsfactoren. (Landelijke) Beleidsmaatregelen worden niet beoordeeld binnen het erkenningstraject. De effectiviteit van beleidsmaatregelen wordt op een andere manier vastgesteld.
Vragen over een interventie beschrijven
Uit onderzoek van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) (afdeling Gezond Leven) onder indieners blijkt dat zij gemiddeld acht uur besteden aan het beschrijven van een interventie voor Goed beschreven. Het beschrijven van een interventie voor Goed onderbouwd kost gemiddeld vijftig uur (variërend van 12 tot 100 uur). De tijdsinvestering is erg afhankelijk van de documentatie van de interventie. Als alle informatie al goed op papier staat, is het maken van de beschrijving niet veel werk.
Met een procesevaluatie gaat u na of de aanpak op de juiste wijze en naar tevredenheid is uitgevoerd. U onderzoekt wat goed ging bij de uitvoering, maar ook wat tegenviel of niet gelukt is. Door de evaluatie krijgt u inzicht in waarom bepaalde activiteiten achterblijven bij de verwachtingen. Deze informatie maakt het mogelijk de interventie te verbeteren of specifieke voorwaarden voor de implementatie te benoemen. Lees meer over procesevaluatie.
De onafhankelijke Erkenningscommissie Interventies, met leden uit wetenschap, beleid en praktijk, beoordeelt interventies. Iemand uit de poule van adviseurs, ingesteld door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), adviseert de indiener bij het verbeteren van de beschrijving. De interventie-eigenaar kan daarbij gebruik maken van de e-learning Interventie beschrijven. Die leidt de eigenaar stap voor stap door het schrijfproces, met praktische animaties, heldere uitleg, voorbeelden en tips. Het resultaat is een goede interventiebeschrijving, klaar om in te dienen voor beoordeling.
Interventies ontwikkeld in de praktijk zijn meestal sterk gericht op toepassing en overdraagbaarheid. Indieners van dit soort interventies dienen vooral aandacht te besteden aan de theoretische onderbouwing en onderzoek doen/laten uitvoeren naar de effectiviteit.
Interventies ontwikkeld door bijvoorbeeld een universiteit zijn soms al uitgebreid op effectiviteit onderzocht en een sterke theoretische fundering. Maar deze zijn minder toegepast op overdraagbaarheid naar andere partijen. Indieners moeten in dat geval juist aandacht besteden aan een handleiding, duidelijk beschrijven van randvoorwaarden etcetera.
Aan te raden literatuur zijn de handboeken:
- Planning Health Promotion Programs: An Intervention Mapping Approach ([1])
- Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planmatige aanpak ([2])
Het gaat hierbij om: degelijke probleem- en determinantenanalyse, gebruik van theoretisch model/uitgangspunten, participatie van doelgroep(en), mix van interventies (bijvoorbeeld gedrag en omgeving), gebruik van verschillende implementatiestrategieën en het creëren van draagvlak en goed leiderschap.
Wilt u meer lezen over gezondheidsbevordering? Kijk dan eens bij het Gezond gedrag bevorderen.
Vragen over de beoordeling van interventies
Er is geen inhoudelijk verschil met erkenningen voor de databank van bijvoorbeeld het Nederlands Jeugdinstituut. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) (afdeling Gezond Leven), Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) )), Kenniscentrum Sport & Bewegen, Nederlands Jeugdinstituut (NJi (Nederlands Jeugdinstituut (NJi) )), Trimbos-instituut, Movisie (Landelijk Kennisinstituut Sociale Vraagstukken ) en Vilans vormen het Samenwerkingsverband Erkenning Interventies. De samenwerkende organisaties hanteren dezelfde criteria voor het beoordelen van interventies.
De leefstijlinterventies die zijn erkend via het NJi zijn vindbaar op Loketgezondleven.nl. Andersom wordt een jeugdinterventie die erkend is via het RIVM ook opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies. Wat wel verschilt is dat de Databank Effectieve Jeugdinterventies niet het niveau Goed beschreven kent.
'Best practice' en ‘evidence based’ zijn veel gebruikte termen, en toch vindt u deze niet zo terug binnen het erkenningstraject van het Samenwerkingsverband Erkenning Interventies van RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en partners. Er is namelijk geen eenduidigheid in wat er precies onder deze begrippen wordt verstaan.
'Evidence based' komt neer op het gebruiken van het best beschikbare bewijs. 'Best practice' komt neer op het inzetten van een interventie/methode die in de praktijk effectiever en efficiënter blijkt te zijn dan andere interventies/methodes. Van beide termen zijn er verschillende definities en uitleg in omloop, die veel van elkaar kunnen verschillen. Zo wordt een interventie die door de praktijk als best werkend wordt ervaren soms ook ‘best practice’ genoemd. Om verwarring te voorkomen is er voor gekozen om de erkenningen niet aan deze termen op te hangen.
Binnen het erkenningstraject van RIVM hanteren we vier erkenningsniveaus (instapniveau Goed beschreven (0), Goed onderbouwd (I), Effectief (II, III, IV)). Binnen deze niveaus komen de inhoudelijke aspecten van ‘evidence based’ en ‘best practice’ terug, evenals de overdraagbaarheid en de toepasbaarheid van een interventie.
Interventies die voor het niveau Goed beschreven worden ingediend, worden beoordeeld door praktijkprofessionals en medewerkers van kennisinstituten, niet door de erkenningscommissie.
Voor het instapniveau Goed beschreven is nog geen theoretische onderbouwing van de werkzaamheid nodig. De aandacht ligt meer op de beschrijving van doelen, doelgroep aanpak, randvoorwaarden, overdraagbaarheid en de samenhang tussen deze onderdelen. Praktijkprofessionals beoordelen dit op basis van de beschrijving, de handleiding en eerdere ervaringen die zijn onderzocht met een procesevaluatie. In de interventie-overzichten staan Goed beschreven interventies niet als aanbevolen interventies vermeld. Dat is voorbebehouden aan interventies met een erkenning op de niveaus Goed onderbouwd en Effectief (I-IV).
Als uw interventie in de eerstvolgende commissievergadering beoordeeld wordt, zit er ongeveer twee maanden tussen het opsturen van de conceptbeschrijving en de uitslag.
Het erkenningstraject van een gecombineerde leefstijlinterventie voor de basisverzekering verloopt hetzelfde als voor een andere interventie. Daarnaast beoordelen Zorgverzekeraars Nederland en het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) of uw interventie voldoet aan de volgende extra voorwaarden:
- Uw interventie moet passen binnen de beschrijving van de gecombineerde leefstijlinterventie (zie addendum) van het Zorginstituut Nederland (ZIN).
- Ook moet de interventie voldoen aan de voorwaarden van de vigerende NZa (Nederlandse Zorgautoriteit )-beleidsregel.
- Uw programma dient minimaal erkend te zijn op het niveau ‘Eerste aanwijzingen voor effectiviteit’ in het erkenningstraject van het RIVM.
Zorgverzekeraars Nederland screent of uw interventie voldoet aan punt 1 en 2. Het RIVM kijkt of uw programma voldoet aan de inclusiecriteria voor het erkenningstraject. Voldoet uw GLI (Gecombineerde Leefstijlinterventie ) aan de voorwaarden en is uw interventie eenmaal erkend in het erkenningstraject van het RIVM? Dan adviseert Zorgverzekeraars Nederland aan de leden of uw erkende GLI een aanspraak is uit de basisverzekering. Vervolgens beslist de zorgverzekeraar of hij (binnen de wet- en regelgeving) nog aanvullende criteria hanteert voor vergoeding en welke GLI-aanbieders gecontracteerd worden.
Lees meer over de gecombineerde leefstijlinterventie.
Vragen na afloop van de beoordeling
Nee. Het is de bedoeling dat een erkende interventie doorgroeit naar een hoger erkenningsniveau. Daarom worden interventies na vijf jaar opnieuw beoordeeld. Goed beschreven interventies worden geacht binnen drie jaar door te groeien naar het niveau Goed onderbouwd. De interventie-eigenaar krijgt daarover bericht.
Nee, de effectiviteit kan nooit gegarandeerd worden. De effectiviteit hangt namelijk ook af van de organisatie en de professional die de interventie uitvoert en van de implementatie. In de interventiebeschrijving kunt u meer lezen over de context waarin deze is uitgevoerd.
Wat u wel zeker weet is dat erkende interventies theoretisch onderbouwd zijn en daarom kansrijk zijn om effect te hebben. Interventies met het erkenningsniveau Effectief (II, III, IV), hebben in ieder geval in de onderzochte situatie (in Nederland en in het buitenland) effect gehad.
Overige vragen
In onze interventieoverzichten vindt u interventies die een positieve beoordeling te hebben.
Referenties en bronnen
- al. 20. Bartholomew et al., 2016.
- Kok G, Schaalma H, Brug J. Planmatige bevordering van gezond gedrag. In: Brug J, Assema P van, Lechner L. Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planmatige aanpak. 9e druk.Assen: Koninklijke Van Gorcum. 2016.