Aanhaken bij gezondheidsprogramma's

Het blijft aan gemeenten zelf om ambities en gezondheidsthema’s te prioriteren en te beleggen. Daarbij kan het helpen om te kijken of thema’s een plek kunnen krijgen in al lopende programma’s of daar bij aan te haken. Zo bieden programma’s voor gezonde jeugd, zoals Gezonde School en Gezonde Kinderopvang, kansen om gezondheidswinst te behalen.

 

Kaart programma's voor gezonde jeugd in uw gemeente

De programma’s Gezonde Kinderopvang, Gezonde School,  JOGG JOGG Gezonde Jeugd, Gezonde Toekomst (JOGG Gezonde Jeugd, Gezonde Toekomst), Kind naar Gezond Gewicht en Opgroeien in een Kansrijke Omgeving kunnen veel betekenen voor uw lokale en regionale inzet op gezonde jeugd. Deze landelijke programma's zijn alle mede op initiatief van het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) tot stand gekomen. Bekijk het kaartje om te zien welke programma’s actief zijn in uw gemeente. 

 

 

Voorbeelden landelijke gezondheidsprogramma's

Gezonde Kinderopvang is een programma dat kinderopvangorganisaties helpt om structureel te werken aan een gezonde leefstijl van kinderen en deskundigheid van medewerkers. De partners van Gezonde Kinderopvang ondersteunen kinderopvangorganisaties met een scholing en een praktische aanpak. Gezonde Kinderopvang is een initiatief van de ministeries van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Landelijke kennis- en onderzoeksinstituten werken hierin samen, ondersteund door branche- en koepelorganisaties. De coördinatie ligt bij het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) Gezond Leven en het Voedingscentrum.

Gezonde School is een programma dat scholen helpt om te werken aan een gezonde leefstijl. Volgens een stappenplan werken zij aan verschillende thema's, met inzet van een Gezonde School-coördinator binnen de school en een externe adviseur van de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst). Scholen kunnen een vignet aanvragen om te laten zien dat zij structureel aan gezondheid werken en voldoen aan de kwaliteitscriteria. Gezonde School is een initiatief van de ministeries van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid), EZ Ministerie van Economische Zaken (Ministerie van Economische Zaken) en OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen). Landelijke kennis- en onderzoeksinstituten werken hierin samen, ondersteund door branche- en koepelorganisaties. De coördinatie ligt in handen van een programmateam bestaande uit een onafhankelijk programmamanager, RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), GGD GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio), mbo-raad, po-raad en vo-raad.

JOGG werkt samen met gemeenten. Zij maken de omgeving waarin kinderen en jongeren opgroeien gezonder. Dit doen zij via de JOGG JOGG Gezonde Jeugd, Gezonde Toekomst (JOGG Gezonde Jeugd, Gezonde Toekomst)-aanpak. Deze aanpak creëert een netwerk van beleidsbepalers, professionals en volwassenen die het kind omringen. Het netwerk werkt vanuit zes voorwaarden:

●    politiek-bestuurlijk draagvlak
●    publiek-private samenwerking
●    gedeeld eigenaarschap
●    verbinding preventie & zorg
●    communicatie 
●    monitoring & evaluatie 

Thema’s om de leefomgeving rondom kinderen en jongeren gezonder te maken zijn: 
●    water drinken
●    gezond eten
●    meer bewegen
●    voldoende slapen

Het doel van de beweging De juiste zorg op de juiste plek is de zorg doelmatiger organiseren waarbij de zelfredzaamheid en het functioneren van mensen voorop staat. Om ‘de juiste zorg op de juiste plek’ waar te kunnen maken is het van belang dat er een gedeeld beeld ontstaat van de zorgvraag en het zorgaanbod in de regio. Zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten zorgen dat dit samen met zorgaanbieders,  professionals, patiënten en hun omgeving gebeurt. Door te kijken wat goed gaat in een regio, wat beter kan en welke zorg een regio nu en voor de toekomst nodig heeft, ontstaat er een beeld van de opgave waar een regio voor staat. Regiobeeld.nl geeft inzicht in de stand van zaken en toekomstige ontwikkelingen op het gebied van gezondheid, zorg en welzijn in de regio.

Het actieprogramma Kansrijke Start is erop gericht dat ieder kind de best mogelijke start verdient van zijn of haar leven en een optimale kans op een goede toekomst. De eerste 1000 dagen van een kind zijn cruciaal voor een goede start. Wat er in de periode voor, tijdens en na de geboorte gebeurt, heeft grote invloed op de ontwikkeling van kinderen, zowel fysiek, mentaal als sociaal. Het programma stimuleert gemeenten lokale of regionale coalities te bouwen of te versterken om zo te komen tot een gezamenlijke aanpak rond de eerste 1000 dagen.

Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO) is een Nederlandse preventieaanpak voor gemeenten. De aanpak richt zich op het voorkomen van alcohol-, drugs- en tabaksgebruik door jongeren en het verbeteren van hun welbevinden door een leefomgeving te vormen waarin ze gelukkig en gezond kunnen opgroeien.

Met OKO werkt iedereen in de gemeente samen aan het vormen van deze positieve leefomgeving voor jongeren op de volgende plekken: thuis (gezin), op school, in de vriendenkring (peergroep) en in de vrije tijd. Dit zijn de vier domeinen die in OKO centraal staan. OKO richt zich op jongeren van 10 tot 18 jaar. Gemeenten die met OKO aan de slag willen, kunnen deelnemen aan het OKO-implementatietraject. Het Trimbos-instituut ondersteunt gemeenten hierin, samen met het Nederlands Jeugdinstituut.

Het Meerjarenprogramma Depressiepreventie, gestart in 2017, moet ervoor zorgen dat er in 2030 30% minder mensen depressief worden. Zes groepen die extra risico lopen, krijgen extra aandacht. Zodat zij goede hulp krijgen als er klachten ontstaan. Het gaat om jongeren (onder wie KOPP/KOV), aanstaande en pas bevallen moeders, werknemers (in stressvolle beroepen), huisartspatiënten met signalen van (beginnende) depressie, mensen met een chronische ziekte en (overbelaste) mantelzorgers.