Een gezonde seksuele ontwikkeling is belangrijk. Scholen zijn bij uitstek geschikt om zoveel mogelijk jongeren hierin te ondersteunen, maar samenwerking en korte lijnen met gemeente en GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) zijn nodig.

Een gezonde seksuele ontwikkeling is goed voor de gezondheid en het welzijn van jongeren en jong volwassenen. Daarnaast worden seksuele problemen zoals soa Seksueel overdraagbare aandoeningen (Seksueel overdraagbare aandoeningen)/hiv humaan immunodeficiëntievirus (humaan immunodeficiëntievirus), onbedoelde zwangerschap en seksueel grensoverschrijdend gedrag zo veel mogelijk voorkomen. Jongeren leren om in vrijheid seksuele keuzes te maken en - als ze seksueel actief zijn - hoe seksuele contacten gewenst, prettig en veilig kunnen zijn.

Het achtergrondrapport bij dit dossier geeft een uitgebreid overzicht van de literatuurverkenning van wat werkt bij het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling van jongeren vanaf 12 jaar op het voortgezet (speciaal) onderwijs en het mbo. Hard bewijs van wat werkt is nog niet gevonden, maar op basis van effectonderzoek, grijze literatuur en advies van experts zijn wel een aantal kansrijke elementen voor het bevorderen van seksuele gezondheid te noemen.

Wat werkt, of is in ieder geval kansrijk:

Wat werkt waarschijnlijk:

  • Een gelijktijdige aanpak op meerdere pijlers van de Gezonde School-aanpak. Dus niet alleen lessen in seksuele vorming, maar ook een veilige schoolomgeving en de mogelijkheid om leerlingen met vragen of problemen te verwijzen naar toegankelijke seksuele gezondheidsdiensten zoals Sense.info of Soa en Sense-spreekuren.
  • Inzet van competente docenten die relationele en seksuele vorming geven.  Competent op inhoud, vaardigheden en houding. De docent moet zich voldoende bekwaam voelen om seksuele thema’s aan de orde te stellen, met lastige situaties kunnen omgaan en rekening houden met culturele en religieuze diversiteit  in een klas.
  • Versterken van de sociaal-emotionele binding met anderen binnen en buiten de school, zoals ouders, leraren, partner en leeftijdsgenoten.
  • Een veilige, positieve en vertrouwelijke schoolomgeving, met in elk geval enige ondersteuning vanuit de schoolleiding. Denk aan visie en beleid, gedragsregels, draagvlak in de school, facilitering training docenten.  
  • Relationele en seksuele vorming in het curriculum van de school, in de vorm van een doorlopende leerlijn over meerdere leerjaren (inclusief leerdoelen en pedagogische aanpak).
  • Het hanteren van een brede insteek binnen het curriculum van scholen. Niet alleen aandacht voor thema's als soa Seksueel overdraagbare aandoeningen (Seksueel overdraagbare aandoeningen)'s of (tiener)zwangerschap, maar ook wensen aangeven en grenzen stellen binnen relaties.

Wat werkt (waarschijnlijk) niet:

Wat werkt waarschijnlijk niet:

  • Eenmalige (gast)lessen. Ze kunnen wel ingezet worden als aanvulling op educatie vanuit een doorlopende leerlijn.

Wat werkt niet:

  • Uitsluitend het gratis beschikbaar stellen van condooms op scholen. Er is geen sterk bewijs dat dit leidt tot een toename in condoomgebruik en draagt daarom ook niet bij aan seksuele gezondheid.
  • Voorlichting en educatie gericht op seksuele onthouding (‘abstinence-only’). Dergelijke interventies komen niet overeen met de dagelijkse realiteit van jongeren en kunnen zelfs schadelijk zijn, met name voor jongeren die al seksueel actief zijn, LHBTIQ+ jongeren en jongeren die seksueel misbruik hebben meegemaakt.

Wat is onbekend

Wat is onbekend:

  • Effectiviteit van specifieke vormen van voorlichting en educatie, met name peer-educatie en blended learning (een combinatie van face-to-face en digitale lesvormen).
  • Effectiviteit/werkzame elementen van relationele en seksuele vorming in het voorgezet speciaal onderwijs/voor jongeren met een verstandelijke beperking.
  • De meest geschikte leeftijd/leerjaar om te starten met relationele en seksuele vorming.
  • De effecten van relationele en seksuele vorming op de positieve kanten van seksualiteit (zoals plezier of tevredenheid).
  • De effectiviteit van louter toegang tot seksuele gezondheidsdiensten, zoals Sense.info of Soa en Sense-spreekuren, in of gelinkt aan school.

Aan de slag

  • Stimuleer aandacht voor relationele en seksuele vorming op scholen voor primair onderwijs, voortgezet (speciaal) onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Vooral als er jongeren naartoe gaan uit kwetsbare groepen. Met name Nederlandse jongeren met een migratie-achtergrond, jongeren zonder opleiding of met alleen een praktijkopleiding en jongeren die vroeg seksueel actief zijn.
  • Stimuleer hierbij een Gezonde School-aanpak, waarmee de school activiteiten kiest voor alle pijlers. De Gezonde School-adviseur in uw gemeente is hiervoor de aangewezen persoon. Scholen kunnen hierin van elkaar leren. Zo hebben vso-scholen al veel ervaring met hoe je een veilig schoolklimaat kunt creëren en mbo scholen met het signaleren van problemen. Scholen willen graag extra financiële middelen om lesmaterialen of interventies aan te schaffen en/of willen een bijscholing voor docenten. Relationele en seksuele vorming kan hiermee meer aandacht krijgen.
     
  • Investeer in relationele en seksuele vorming in praktijkgericht onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs (o.a. voor jongeren met een verstandelijke beperking).
     
  • Op veel scholen is (nog) niet bekend welke erkende interventies beschikbaar zijn op het thema relaties en seksualiteit. Het vergroten van de bekendheid en de vindbaarheid van erkend aanbod kan daarom handig zijn. Dit kan via Gezondeschool.nl, waar onder andere een overzicht staat van erkende interventies. Wilt u als gemeente/GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) meer weten over erkende interventies voor seksuele gezondheid? Die kunt u vinden in het Interventieoverzicht Seksuele gezondheid
     
  • Zorg voor laagdrempelige en toegankelijke (seksuele) gezondheidsdiensten voor jongeren, waar scholen naar kunnen verwijzen. Bijvoorbeeld via Sense.infoSoa en Sense-spreekuren, Centrum Seksueel Geweld, FIOM

Meer adviezen voor een integrale aanpak rondom seksuele gezondheid voor gemeenten staan beschreven in de Integrale aanpak van dit gezondheidsthema.

Een integrale aanpak van relationele en seksuele vorming vergroot de kans op een gezonde seksuele ontwikkeling van jongeren. De Gezonde School-aanpak helpt hierbij. Op Gezondeschool.nl vinden scholen hierover alle informatie. Wat voor scholen in ieder geval belangrijk is bij de verschillende pijlers:

Educatie

Aandacht voor:

  • Seksuele gezondheid in brede zin, met aandacht voor soa Seksueel overdraagbare aandoeningen (Seksueel overdraagbare aandoeningen), onbedoelde zwangerschap, seksuele grensoverschrijding en de positieve kanten van seks en seksueel welzijn.
  • Gender: ideeën en verwachtingen over ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’.
  • Gelijkwaardige relaties en machtsverhoudingen tussen jongeren onderling.
  • Het benoemen en erkennen van de seksuele en reproductieve rechten van jongeren, waaronder zelfbeschikkingsrecht.

Signaleren

Monitor de sociale veiligheid en seksuele gezondheid van leerlingen om seksuele problemen tijdig te signaleren en ken de sociale kaart.  Gebruik hiervoor Test je leefstijl, de  jeugdmonitor en/of raadpleeg vertrouwenspersonen en zorgcoördinatoren in de school. Bij problemen kunt u leerlingen doorverwijzen naar laagdrempelige en toegankelijke (seksuele) gezondheidsdiensten voor jongeren, zoals Sense.infoSoa en Sense-spreekuren, Centrum Seksueel Geweld, FIOM.

Omgeving

Een veilige, positieve en vertrouwelijke schoolomgeving, met ondersteuning vanuit de schoolleiding. Denk aan visie en beleid, gedragsregels, draagvlak in de school, facilitering  en training van docenten.  

Beleid

Neem seksuele en relationele vorming op in het schoolbeleid. Met aandacht voor:

  • Een (erkende) doorlopende leerlijn die aansluit bij de seksuele ontwikkeling en leefwereld van leerlingen en studenten.
  • Competente, handelingsbekwame docenten. Zorg voor bijscholing en training van docenten of mentoren die seksuele en relationele vorming (gaan) geven. Ook kan het helpen de verantwoordelijkheid voor het thema bij een groepje (geïnteresseerde) docenten te leggen, al dan niet met intervisie.
  • Het benutten van het beschikbare aanbod van erkende interventies. Van erkende interventies is vastgesteld dat ze effectief kunnen zijn: ze zijn afgestemd op de doelgroep en context, planmatig opgebouwd, intensief genoeg, theoretisch goed onderbouwd en worden geëvalueerd. Scholen kunnen voor deze interventies terecht op gezondeschool.nl.
  • Het versterken van de sociaal-emotionele verbondenheid met anderen binnen en buiten de school, zoals ouders, leraren, partner en leeftijdsgenoten.
  • Gedragsregels voor respectvolle omgang met elkaar, het aanstellen van vertrouwenspersonen en een visie op de rol van de school.