Roken effectief en preventief aanpakken? Werk dan integraal. Dit betekent dat je verschillende maatregelen en interventies in samenhang inzet voor verschillende doelgroepen en hun omgeving.
Integraal werken doe je de hand van de volgende vier pijlers: voorlichting en educatie; signalering, advies en ondersteuning; leefomgeving; en regelgeving en handhaving.
Voorlichting en educatie
Wil je niet-roken de sociale norm maken? Het geven van voorlichting en educatie kan hierbij helpen. Zoals campagnes om mensen te stimuleren om te stoppen met roken. Bijvoorbeeld door mee te doen aan de landelijke campagne Stoptober of de landelijke campagne PUUR. Sommige gemeenten creëren hun eigen lokale campagne, om zo beter aan te sluiten bij de specifieke doelgroepen in hun gemeente.
- Stimuleer scholen om aandacht te besteden aan de risico's van roken
- Doe dit eventueel in combinatie met aandacht voor alcohol en drugs
- Het landelijke programma Helder op School biedt gemeenten de mogelijkheid om samen met de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst ) en een instelling voor verslavingszorg preventieprogramma’s in te zetten op scholen in het voortgezet onderwijs en op het mbo.
- In Charge is een programma binnen de Gezonde School dat zich richt op de versterking van zelfcontrole bij jongeren ouder dan 16 jaar. In het interventieoverzicht roken vind je meer erkende interventies die ingezet kunnen worden op scholen.
- Wil je meer weten over hoe je jongeren en jongvolwassenen kunt bereiken voor hulp bij stoppen met roken? Lees dan de factsheet Het bereiken van jongvolwassenen met stoppen-met-rokenhulp (Trimbos-instituut).
Signalering, advies en ondersteuning
Stoppen met roken is succesvoller als mensen gebruikmaken van onder andere:
- Hulp bij stoppen met roken;
- Medicatie bij stoppen met roken;
- Nicotinevervangende middelen, zoals nicotinepleisters.
- Stimuleer zorgverleners om stoppen met roken te bespreken met hun patiënten.
- Maak een goed overzicht (sociale kaart) van de beschikbare stoppen met roken ondersteuning Als uitgangspunt kun je de landelijke sociale kaart gebruiken.
- Help zorgverleners in de gemeenten een gezamenlijk zorgpad voor stoppen met roken op te zetten.
- Toolkit Rookvrije Zorg van het Trimbos-instituut: deze toolkit helpt zorgorganisaties rookvrij te worden.
- Toolkits van Taskforce Rookvrije Start: verschillende toolkits voor zorgprofessionals.
- VBA(+) implementatie toolkit |Trimbos-instituut: het Very Brief Advice (VBA) en Very Brief Advice Plus (VBA+) zijn bewezen effectieve methoden om patiënten/cliënten die roken op een positieve manier te motiveren om te stoppen met roken.
Fysieke en sociale omgeving
Zien roken doet roken. Daarom is het zo belangrijk om in te zetten op een rookvrije omgeving. De inrichting van een rookvrije omgeving helpt om niet-roken de norm te maken. Dit doe je in combinatie met andere maatregelen, want dat heeft het grootste effect. Je oefent invloed uit op zowel de directe fysieke omgeving als via interventies op de sociale omgeving. Daarnaast biedt de landelijke regelgeving ruimte voor lokaal beleid. Zie ook: Landelijk beleid tabakspreventie.
- Creëer rookvrije schoolpleinen, speelplekken en werkplekken. Wees erop alert dat rookvrije omgevingen, zoals scholen, speelplekken en werkplekken ook vrij zijn van vapedamp. Wil je meer informatie over hoe je rookvrije omgevingen kunt inrichten? Stappenplan Rookvrije Gemeente van de Rookvrije Generatie .
- In het omgevingsplan kun je verschillende soorten planregels voor een gezonde leefomgeving opnemen. Lees de Handreiking planregels gezonde leefomgeving (PDF).
Doelgroep lage ses/sep
Ook de sociale omgeving speelt een belangrijke rol. Vooral mensen met een lage- of midden-sociaal-economische positie roken relatief veel. Daarom is het goed om aandacht te schenken aan deze kwetsbare groepen.
Regelgeving en handhaving
Hou het rookpreventiebeleid in het achterhoofd in andere situaties. Bijvoorbeeld bij het afgeven van vergunningen voor evenementen of sportverenigingen. Je kunt bijvoorbeeld de eis stellen dat er niet gerookt mag worden als er kinderen aanwezig zijn.
Verschillende rollen voor gemeenten
Als gemeente kunt u op verschillende manieren een rol spelen in een lokale aanpak van roken:
-
Rolmodel: geef het goede voorbeeld (‘practice what you preach’), bijvoorbeeld door gemeentelijke gebouwen rookvrij te maken;
-
Ondersteuner: ondersteun initiatieven en organisaties, zoals sportverenigingen en scholen. Bijvoorbeeld door materiaal, informatie of de inzet van mensen. Dit kan een lokale verenigingsadviseur of buurtsportcoach zijn die langskomt en meedenkt. Ook de onthulling van een rookvrijbordje door de wethouder is een voorbeeld.
-
Aanjager: stimuleer op proactieve wijze organisaties om rookvrij te worden. Roep op tot en geef bekendheid aan rookvrije initiatieven. Of organiseer bijeenkomsten om meer partijen te laten meedoen aan rookpreventie. Zet hier bijvoorbeeld wijkteams, verenigingsadviseurs of coaches voor in.
-
Regelgever: stel regels of pas lokale regelgeving aan om rookvrije locaties te creëren of stimuleren. Bijvoorbeeld subsidievoorwaarden, verhuurconstructies en vergunningen voor evenementen. Ook kunt u plaatselijke verordeningen aanpassen of rookvrije omgevingen opnemen in uw omgevingsvisie.
Meer informatie
- Lokaal preventiebeleid - Trimbos-instituut
- Rokeninfo.nl/professionals
- Rookvrije Generatie.nl. Advies en links naar praktische hulpmiddelen voor het werken aan rookvrije omgeving, zoals gemeente, schoolterrein, sportvereniging, kinderopvang, speelplekken en bedrijven.
- Landelijk Expertisecentrum Pharos: Een rookvrije omgeving en stoppen met roken voor iedereen. Pharos (Pharos is het expertisecentrum gezondheidsverschillen. ) draagt bij aan het terugdringen van grote gezondheidsverschillen.
- Lokaal samenwerken aan verslavingspreventie (Verslavingskunde Nederland)
Factsheets van het Trimbos-instituut
- Succesvol lokaal tabaksbeleid in het buitenland. Utrecht: Trimbos-instituut. 2020.
- Rookvrije buitenruimten. Utrecht: Trimbos-instituut. 2020.
- Evaluatie van Rookvrije Generatie in Amsterdam. Utrecht: Trimbos-instituut, 2022.