Kinderen moeten prettig en veilig kunnen opgroeien. Gemeenten hebben de wettelijke taak om ouders, kinderen en jongeren hierin te ondersteunen. Ze maken daarvoor afspraken met uitvoeringsorganisaties zoals de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs en de jeugdhulp. De taken van gemeenten voor jeugd zijn vastgelegd in de Wet publieke gezondheid (WPG), de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning )).

 

Wetten

Vanuit de WPG draagt de gemeente bij aan de opzet, uitvoering en afstemming van programma’s voor gezondheidsbevordering bij jeugdigen, zoals het voorkomen van alcoholmisbruik bij jongeren. Dit kunnen ook programma’s voor laagdrempelige opvoedondersteuning zijn.  Lees meer:  Preventie in de Wet Publieke gezondheid.

Gemeenten zijn vanuit de Jeugdwet verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp en ondersteuning. Het gaat om het voorkomen van, en hulp bij opgroei- en opvoedproblemen en psychische problemen. De gemeente moet in elk geval:

  • de jongere adviseren welke hulp het beste past;
  • samen met de jongere de goede vorm van jeugdhulp kiezen;
  • ervoor zorgen dat de gekozen jeugdhulp ook echt beschikbaar is.

Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor de uitvoering van maatregelen van kinderbescherming en jeugdreclassering. Zodra jongeren 18 jaar oud zijn, zijn er andere wetten op hen van toepassing. De hulpverlening valt dan niet meer onder de Jeugdwet, tenzij deze hulp verlengd wordt. Lees meer: Preventie in de Jeugdwet.

Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Dit geldt ook voor kinderen en jongeren. De gemeente geeft deze ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning )). De Wmo is grotendeels gericht op mensen vanaf 18 jaar die zelfstandig wonen. Zo kan praktische ondersteuning (hulpmiddelen en woningaanpassingen) worden vergoed zodat de jongere zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een rolstoel of traplift. Het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld valt ook onder de Wmo.

De bekostiging van alle medische zorg aan jongeren valt onder de verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars. Ook preventieve activiteiten zoals leefstijladvies bij overgewicht vallen daaronder.

Wettelijke kaders per leefstijlthema

Wettelijke kaders voor de preventie van genotmiddelen (roken, alcohol en drugs) bij kinderen en jongeren zijn  vastgelegd in respectievelijk de Tabaks- en Rookwarenwet, de Alcoholwet, de Opiumwet en de Wegenverkeerswet. Voor het bevorderen van de seksuele gezondheid zijn de zedelijkheids- en prostitutiewetgeving relevant. Lees meer over wettelijke kaders bij de pagina Landelijk beleid van de afzonderlijke gezondheidsthema’s.

Landelijk beleid en programma's

 

Programma's gericht op de publieke gezondheid 

Een van de vier gezondheidsvraagstukken die met voorrang worden aangepakt in de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024 is de druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongvolwassenen. De ambitie is dat jeugd en jongvolwassenen in 2024 minder prestatiedruk ervaren in hun leven, door mentale gezondheidsvaardigheden te stimuleren en een leefomgeving te creëren die de mentale gezondheid versterkt.

Lees meer over Landelijke Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024

Het nationaal preventieakkoord richt zich op de thema’s roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. U kunt deze thema’s als insteek gebruiken om in te zetten op gezonde jeugd. 

Doelstellingen voor 2040:

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten (Vereniging van Nederlandse Gemeenten)) stimuleert gemeenten om deze landelijke thema’s lokaal in te vullen, via het afsluiten van een lokaal preventieakkoord. U kunt via deze thema’s inzetten op een gezonde jeugd, in samenhang met achterliggende factoren, zoals armoede en stress. Hier kunt u als gemeente subsidie voor aanvragen. Lees meer over lokale preventieakkoorden.

Een doel van het Nationaal Sportakkoord is om meer kinderen aan de beweegrichtlijnen te laten voldoen en om de neerwaartse spiraal van de motorische vaardigheden van kinderen naar boven toe om te buigen. Het streven is toe te werken naar:

  • Een positieve trendbreuk van de motorische vaardigheden;
  • Een stijging van het aantal kinderen dat voldoet aan de beweegnorm;
  • Een stijging van de sportdeelname in de leeftijd 12-18 jaar;
  • Creëren van een groter bewustzijn van het belang van bewegen bij ouders en verzorgers.

Programma's gericht op een gezonde opvoeding

Het Programma Kansrijke Start richt zich op kinderen in de eerste 1.000 dagen van hun leven, met name kinderen die geboren worden in een kwetsbare situatie. Wat er in de periode voor, tijdens en na de geboorte gebeurt, heeft grote invloed op de ontwikkeling van kinderen, zowel fysiek, mentaal als sociaal. Het programma stimuleert gemeenten lokale of regionale coalities te bouwen of te versterken om zo te komen tot een gezamenlijke aanpak rond de eerste 1000 dagen. Zo’n coalitie is een samenwerking tussen gemeenten, GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst ), zorgverzekeraars en zorgaanbieders die rond de geboorte een rol spelen.

Monitor Kansrijke Start (RIVM): Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft in beeld gebracht in hoeverre gemeenten hierop inspelen met passende activiteiten en hoe de gezondheid van jonge kinderen zich ontwikkelt.

  • Het kabinet stelt elk jaar € 100 miljoen beschikbaar om kinderarmoede tegen te gaan. Hiervan gaat € 85 miljoen naar de gemeenten. Het geld kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld schoolspullen, sporten, muziekles en schoolreisjes. Lees ook over het Jeugdfonds Sport & Cultuur(opent in een nieuw venster) dat helpt om kinderen uit gezinnen met weinig geld mee te laten doen aan creatieve of sportieve activiteiten.
     
  • De landelijke Alliantie Kinderarmoede is opgericht door  Alles is Gezondheid, Missing Chapter Foundation en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. Samen met verschillende (publieke en private) partners willen zij armoede onder kinderen uitbannen.

Programma's gericht op gezonde school en kinderopvang

Via het programma Gezonde Kinderopvang kunnen (staf)medewerkers of managers in de kinderopvang planmatig en structureel werken aan  een gezonde leefstijl van jonge kinderen.  Dit gebeurt door met een stappenplan te werken aan een gezondheidsthema dat de kinderopvang zelf kiest. Voorbeelden van thema’s zijn voeding, bewegen en sport, sociaal-emotionele ontwikkeling en seksuele ontwikkeling.

Het programma Gezonde School helpt onderwijsprofessionals om een gezonde leefstijl op school (po, vo, so en mbo) vanzelfsprekend te maken. Dit gebeurt door met een stappenplan te werken aan een gezondheidsthema dat de school zelf kiest. Voorbeelden van thema's zijn: Voeding, Bewegen en sport, Mediawijsheid of Relaties en seksualiteit. Gezonde Kinderopvang en Gezonde School zijn opgebouwd volgens dezelfde methodiek. Daardoor sluiten de programma's naadloos bij elkaar aan. 

Het programma Welbevinden op School sluit aan bij het landelijk programma Gezonde School.  Welbevinden op School biedt binnen het primair en voortgezet onderwijs handvatten om schoolbreed te werken aan het welbevinden van leerlingen en studenten. Hierbij spelen sociaal-emotionele ontwikkeling, mentale gezondheid en kansengelijkheid een belangrijke rol. Het programma zorgt voor een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn.

Programma's gericht op een gezonde en veilige leefomgeving

Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO) is een Nederlandse preventieaanpak voor gemeenten. De aanpak richt zich op het voorkomen van alcohol, drugs en tabaksgebruik door jongeren en het verbeteren van hun welbevinden door een leefomgeving te vormen waarin ze gelukkig en gezond kunnen opgroeien. Met OKO werkt iedereen in de gemeente samen aan het vormen van deze positieve leefomgeving voor jongeren op de volgende plekken: thuis (gezin), op school, in de vriendenkring (peergroep) en in de vrije tijd. Dit zijn de vier domeinen die in OKO centraal staan. OKO richt zich op jongeren van 10 tot 18 jaar. Gemeenten die met OKO aan de slag willen, kunnen deelnemen aan het OKO-implementatietraject. Het Trimbos-instituut ondersteunt gemeenten hierin samen met het Nederlands Jeugdinstituut.

De Rookvrije Generatie wil dat kinderen worden beschermd tegen tabaksrook en de verleidingen om te gaan roken. Als gemeente kunt u hieraan bijdragen door omgevingen waar kinderen komen (mee)rookvrij te maken. Ruim 8 op de 10 gemeenten zetten zich al in voor een rookvrije omgeving. Het verhaal van de Rookvrije Generatie is een goede manier om breed draagvlak te creëren voor tabaksontmoediging. De beweging ‘Op weg naar een Rookvrije Generatie’ is een initiatief van de Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Longfonds. 

Met de landelijke NIX18-campagne wil het Ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) de norm versterken dat het gewoon is om tot je 18de niet te drinken en niet te roken. NIX18 richt zich vooral op het bereiken van de omgeving van jongeren. Deze website biedt informatie voor gemeenten, GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst )'en, verslavingszorg en andere professionals die in hun regio willen bijdragen aan de NIX18 campagne.

JOGG Gezonde Jeugd Gezonde Toekomst werkt samen met gemeenten. Zij maken de omgeving waarin kinderen en jongeren opgroeien gezonder. Dit doen zij via de JOGG JOGG Gezonde Jeugd, Gezonde Toekomst (JOGG Gezonde Jeugd, Gezonde Toekomst )-aanpak. Deze aanpak creëert een netwerk van beleidsbepalers, professionals en volwassenen die het kind omringen.

Programma's gericht op preventie

Met de JGZ Preventieagenda bundelen ActiZ Jeugd, het NCJ en GGD GHOR NL hun kennis en kunde. De Preventieagenda ondersteunt jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen op het gebied van grote maatschappelijke thema’s, met name (kinder)armoede, kindermishandeling en schoolverzuim. Dit gebeurt door te investeren in ouderschap, hechting, weerbaarheid en gezondheid. Professionals uit verschillende domeinen werken bijvoorbeeld vanuit een alliantie samen aan de aanpak van kinderarmoede. U als gemeente kunt hier ook bij aansluiten. Lees meer:

Sinds 2019 is een groeiend aantal gemeenten aan de slag met de implementatie van de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht. Deze aanpak kenmerkt zich door de nauwe samenwerking tussen professionals uit zowel het zorg- als sociaal domein. Eén centrale zorgverlener coördineert het begeleidingstraject en bouwt een vertrouwensband op met het kind en het gezin. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) verzamelde cijfers en ervaringen van 25 gemeenten die werken met de aanpak (RIVM, 2021). 

 

Landelijk beleid  en programma's per leefstijlthema

Landelijke kaders voor de thema’s van het nationaal preventie-akkoord en andere |(leefstijl)thema’s voor kinderen en jongeren vindt u bij de afzonderlijke leefstijldossiers:

 

Meer informatie
 

Landelijke kaders publieke gezondheid

Landelijke organisaties