Wat is dementie?

Dementie is niet één ziekte, maar een verzamelnaam voor ruim vijftig verschillende hersenaandoeningen waarbij mensen in toenemende mate hun cognitieve vaardigheden verliezen. Dit kan zich uiten in bijvoorbeeld geheugenproblemen (vergeetachtigheid), veranderingen in gedrag of het niet meer goed kunnen uitvoeren van dagelijkse handelingen, zoals zich aankleden. Iemand met dementie heeft daardoor steeds meer zorg en ondersteuning nodig.

Gemiddeld leven mensen acht jaar met dementie, maar het beloop verschilt sterk van persoon tot persoon en ook per oorzaak en subtype. Lees meer op VZinfo.

 

Hoe vaak komt dementie voor?

Hoeveel mensen dementie hebben is afhankelijk van de gebruikte definitie. Het aantal mensen bij wie de diagnose is gesteld door zorgverleners (zoals huisarts of neuroloog) is een stuk lager dan het aantal mensen met dementie dat geschat is op basis van bevolkingsonderzoek.

Op basis van bevolkingsonderzoek zijn er in 2021 in Nederland naar schatting 290.000 mensen met dementie. De verwachting is dat door de vergrijzing dit aantal in de toekomst zal stijgen naar meer dan 500.000 in 2040 en ruim 620.000 in 2050. Lees meer op volksgezondheidenzorg.info

Het aantal mensen met dementie dat bekend is bij de huisarts is een stuk lager: in 2019 waren er ongeveer 114.000 personen met dementie bekend bij de huisarts (44.400 mannen en 69.600 vrouwen). Daarnaast verbleven eind 2018 ongeveer 70.000 personen met dementie in een verpleeghuis. Het aantal mensen met dementie neemt sterk toe met de leeftijd en komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Lees meer op volksgezondheidenzorg.info


Migrantenouderen vormen risicogroep

Dementie komt verhoudingsgewijs vaker voor bij migrantenouderen. Dit komt onder andere door een combinatie van risicofactoren die vaker voorkomen bij migrantenouderen, zoals een lage sociaal economische status (SES Sociaal-economische Status (SES) Positie die iemand inneemt in de sociale hiërarchie, gemeten aan de hand van opleiding, inkomen of beroepsstatus. (Sociaal-economische Status (SES) Positie die iemand inneemt in de sociale hiërarchie, gemeten aan de hand van opleiding, inkomen of beroepsstatus.)) en het vaak voorkomen van overgewicht, hart- en vaatzieken en diabetes. Lees meer in de VTV2018
 

Risicofactoren voor dementie

In de afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar risicofactoren voor dementie. Deels zijn deze niet te beïnvloeden, zoals leeftijd, geslacht en erfelijke aanleg. Maar er zijn ook veel risicofactoren die wél te beïnvloeden zijn, waaronder veel leefstijlfactoren. In het achtergrondrapport leest u meer over de oorzaken en gevolgen van dementie, waarin ook onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende vormen van dementie. 

  • Leeftijd: Het risico op het ontstaan van (verschillende vormen van) dementie neemt sterk toe met het ouder worden. Leeftijd is dan ook de grootste niet beïnvloedbare risicofactor voor dementie.
  • Geslacht: De invloed van geslacht is niet helemaal duidelijk. Vrouwen lijken een hoger risico te hebben voor de ziekte van Alzheimer, terwijl het risico op vasculaire dementie hoger is bij mannen. Maar niet alle studies tonen dit aan. Een hoger risico van vrouwen op de ziekte van Alzheimer of totaal dementie kan mogelijk voor een deel ook verklaard worden doordat vrouwen minder vaak overlijden aan andere aandoeningen, zoals beroerte of hart- en vaatziekten en daardoor ouder worden dan mannen.
  • Erfelijke factoren: In de meeste gevallen is dementie niet erfelijk. Wel is het zo dat erfelijkheid bij bepaalde vormen van dementie een grotere rol speelt. Zo is de ziekte van Alzheimer meestal niet erfelijk, maar wanneer Alzheimer op jongere leeftijd ontstaat (jonger dan 65 jaar), dan is de kans groter dat erfelijkheid een rol speelt. Ook vasculaire dementie en Lewybody dementie zijn meestal niet erfelijk. Bij Frontotemporale dementie is er veel vaker sprake van een erfelijke oorzaak, namelijk in 25-40% van de gevallen. Lees meer op volksgezondheidenzorg.info

     

 

De risicofactoren waarop we wel invloed hebben, zijn ruwweg onder te verdelen in vier categorieën:

  • Risicofactoren voor hart- en vaatziekten (cardiovasculaire risicofactoren): hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol, ernstig overgewicht, diabetes type 2
  • Leefstijlfactoren: roken, alcoholconsumptie, lichamelijke inactiviteit, ongezonde voeding
  • Psychosociale factoren: weinig sociale contacten, depressie, verstoord slaappatroon
  • Overige factoren (onder andere medische en omgevingsfactoren): lage opleiding, traumatische hersenschade, gehoorverlies, luchtverontreiniging.

Er is wel overlap tussen de categorieën en risicofactoren kunnen elkaar ook onderling beïnvloeden. Zo zijn leefstijlfactoren ook van invloed op risicofactoren voor hart- en vaatziekten, en heeft ernstig overgewicht invloed op het ontstaan van diabetes type 2.