Gemeenten en zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor het inrichten van de Ketenaanpak Valpreventie. De ketenaanpak is er om het aantal valongevallen onder 65-plussers te verminderen. Lees hieronder hoe de Ketenaanpak Valpreventie in elkaar zit en hoe deze wordt gemonitord.

 

Wat is de Ketenaanpak Valpreventie?

De Ketenaanpak Valpreventie is een werkwijze om het aantal valongevallen onder 65-plussers te verminderen. De aanpak bestaat uit 4 stappen:

  1. Valrisico opsporen
  2. Screenen (valrisicobeoordeling)
  3. Interventies inzetten
  4. Doorverwijzen naar structureel aanbod

Bij elke stap is het de bedoeling dat een 65-plusser deze doorloopt met de juiste professionals.

Gemeenten en zorgverzekeraars moeten de ketenaanpak inrichten. Hierbij richten ze zich volgens de aanpak op thuiswonenden van 65 jaar en ouder met een valrisico. 

De Ketenaanpak Valpreventie is één van de vijf ketenaanpakken die zijn opgenomen in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Lees meer over het GALA en IZA.

 

Stap 1: valrisico opsporen

Vaak hebben 65-plussers niet door wanneer ze een risico lopen om te vallen. Het is daarom belangrijk dat ze op tijd worden opgespoord. Het valrisico kan ingeschat worden met de Valrisicotest van VeiligheidNL. Professionals die met 65-plussers werken, vervullen een essentiële rol in het opsporen van valrisico.

Er zijn drie niveaus van valrisico. Dit zijn de niveaus en bijbehorende acties:

  • Laag valrisico. Actie: voorlichten over valpreventie en doorverwijzen naar regulier sport- en beweegaanbod.
  • Matig valrisico. Actie: voorlichten over valpreventie en doorverwijzen naar een valpreventieve beweeginterventie.
  • Hoog valrisico. Actie: valrisicobeoordeling afnemen voor een betere inschatting (valanalysescreening door zorgverlener) en verwijzen naar een passende valpreventieve beweeginterventie.

 

Stap 2: screenen (valrisicobeoordeling)

Heeft een 65-plusser een hoog valrisico? Dan brengt een zorgprofessional de risicofactoren voor vallen bij ouderen in kaart. Zo kunnen er op maat adviezen en interventies gegeven worden.

Deze richtlijnen helpen professionals bij de uitvoering van de valrisicobeoordeling:

Een samenvatting van de richtlijnen vind je in een notitie van VeiligheidNL.

Er zijn verschillende instrumenten beschikbaar om de valrisicobeoordeling te doen. De door het RIVM erkende Valanalyse is vooral geschikt voor de eerste lijn.

 

Stap 3: interventies inzetten

Met interventies kun je risicofactoren voor vallen verminderen. Voor 65-plussers met een verhoogd valrisico is altijd een valpreventieve beweeginterventie nodig voor een goed resultaat.

Zet lokaal een mix van interventies in. Dat kan voor een wijk, buurt, gemeente of regio. Je kunt het interventieaanbod afstemmen op de lokale context. Denk hierbij aan voorzieningen die er al zijn, culturele achtergronden of specifieke behoeften van 65-plussers in de beoogde omgeving. Zo kunnen ouderen een interventie kiezen die aansluit bij hun wensen en behoeften. Ook vergroot het de kans dat zij hierna deelnemen aan andere interventies of structureel beweegaanbod in de gemeente. Bekijk interventies in de interventiedatabase.

Er zijn interventies in verschillende vormen:

  • Valpreventieve beweeginterventie (monofactoriële aanpak)

    Een bewezen programma dat bestaat uit oefeningen voor balans en functionele training, eventueel aangevuld met krachttraining. Er zijn drie door het RIVM erkende valpreventieve beweeginterventies:

     

  • Multifactoriële aanpak

De multifactoriële aanpak bestaat uit een valpreventieve beweeginterventie en advies op maat of overige interventies. Deze worden bepaald op basis van de geïdentificeerde risicofactoren tijdens de screening.

  • Gecombineerde valpreventieve interventie

Een valpreventieve beweeginterventie kan worden gecombineerd met interventies die zijn gericht op andere thema’s. Bijvoorbeeld een interventie voor voedingsadvies en het bevorderen van sociale contacten. Een voorbeeld van deze combinatie is het multidisciplinaire valpreventieprogramma Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM).

  • Interventies valangst

    Angst om te vallen leidt bij ouderen vaak tot het vermijden van bewegen. Dit leidt tot een verlies van spierkracht, coördinatie en flexibiliteit. Dat maakt de kans op een val juist groter. Voor ouderen die bang zijn om te vallen zijn twee erkende interventies beschikbaar die gericht zijn op het verminderen van valangst en het verbeteren van de bewegingsvrijheid:

     

  • Voorlichting

Voorlichting over valpreventie en risicofactoren draagt bij aan de bewustwording en motivatie van ouderen.

 

Stap 4: doorverwijzen naar structureel aanbod

Na afloop van een valpreventie beweeginterventie is het werk niet klaar. Beweegoefeningen blijven nodig. Zo kan de oudere de verbeteringen in balans, functioneren en spierkracht vasthouden.

Zorg voor passend sport- en beweegaanbod in de gemeente. En dat er voldoende te kiezen is. Zo kunnen ouderen in beweging blijven op een manier die aansluit bij hun niveau, wensen en behoeften. Het is belangrijk dat ouderen goede begeleiding krijgen naar passend sport- en beweegaanbod.

Handvatten om de verbinding te maken met structureel sport- en beweegaanbod vind je op de Tipkaart Valpreventie van Kenniscentrum Sport & Bewegen.

 

Meer informatie

Ook het GALA wordt gemonitord. Lees meer over monitoring van het GALA.

Voorbeelden Ketenaanpak Valpreventie

Op zoek naar inspirerende voorbeelden van de Ketenaanpak Valpreventie in andere gemeenten? Bekijk de praktijkvoorbeelden van VeiligheidNL.